maandag 5 december 2011

There's no place like home

Inmiddels ben ik alweer een week in Nederland. Ik kan gewoon niet geloven dat de drie maanden in Amerika voorbij zijn. Het is naar mijn gevoel erg snel gegaan. Ik moet eerlijk bekennen dat ik het de laatste dagen wel zat was. Ik was zeker niet negatief of depressief, maar de dag dat ik weer terug zou gaan kwam er aan en dan wil je ook weer terug. Het weer in Boston was de laatste week erg mooi en de zaterdag dat ik vertrok was het zelfs 18 graden met een stralend zonnetje. Die laatste week heb ik nog veel dingen gedaan, ik ben bijvoorbeeld naar een voorstelling geweest van ‘Peter Pan’. Ik dacht dat ik dat sprookje nu wel van A tot Z kende maar deze uitvoering was zo mooi en zo magisch, dat ik regelmatig met de tranen in mijn ogen zat. Een aanrader. Ik ben naar verschillende afscheidsfeestjes en diners geweest, want veel nieuwe vrienden wilden nog iets met me gaan doen. Heerlijk!

Ook heb ik die laatste week ‘Thanksgiving’ meegemaakt en dit is toch wel erg groots in Amerika. Ik denk dat het nog belangrijker is dan Kerstmis. Het gaat erom dat je met je familie samenkomt en je dankbaar bent om het gewas en je naasten. En dan eten, heel veel eten. Dagen van te voren worden de supermarkten leeggehaald en de koelkasten puilen uit van het voedsel. Nita viert ieder jaar dit feest in haar huis en al haar studenten en haar familie zijn dan aanwezig. Ik vond het geweldig dat ik dit mocht meemaken. Er was zoveel eten, ik denk dat ze nu nog heel Afrika daarmee kunnen voeden. Denken de Amerikanen soms dat er bij toverslag nog een extra maag in ons lichaam verschijnt?

Turkey

Thanksgiving 2011

Ik heb genoten van de prachtige stad Boston en het stadje Cambridge. Ik kom er graag nog eens terug en ik kan het iedereen aanraden om deze stad eens in het najaar te bezoeken. De mensen in Boston zijn vriendelijk, behulpzaam, nieuwsgierig en open. Ik heb me geen moment bedreigd of angstig gevoeld. Ik heb in een zwarte wijk gewoond en wat was dat een fantastische ervaring! Ik heb het Amerikaanse leven bekeken vanuit een (voornamelijk) Afrikaans Amerikaans oogpunt. Het maakt de mensen daar niet uit hoe je bent, hoe je eruit ziet en wat je doet. Ik heb veel mensen in Boston gezien die gewoon zichzelf waren en zichzelf konden zijn, het was een fijn gevoel. Ik zal de Amerikaanse gemaakte vriendelijkheid gaan missen.
Laatste klassefoto

Ik heb de afgelopen maanden veel mensen ontmoet en veel vrienden gemaakt. Maar ik denk dat er een handjevol overblijven als het gaat om echte vrienden. Mensen die ik niet meer zal vergeten. Jonathan, mijn geweldige buddy uit Colombia, Silvan uit Zwitserland, lieve Sarah uit Madrid, Gillian, mijn lerares, Nicole, die veel zaken regelde op school, Manuel, het bange musje uit Venezuela, John, de meest vriendelijke leraar van de school, Ricardo uit Colombia waar ik de laatste vier weken enorm mee optrok en natuurlijk Nita. Banita Burgess, zoals ze origineel heet, is een vrouw uit duizenden. Een vrouw die haar huis openstelt voor alle nationaliteiten van de wereld. Ze heeft me goed verzorgd en de lekkerste gerechten gemaakt. Ik heb veel plezier met haar gehad aan de keukentafel. We hebben weleens een traantje gelaten maar voornamelijk veel gelachen, spelletjes gedaan (Uno) en goede gesprekken gehad. Een sterke vrouw die goed is voor haar studenten en haar rol als hospita glansrijk speelt. Ik ben haar zeer dankbaar.
Koffer pakken
Afscheid van Nita
Ik was zo blij dat ik in het vliegtuig naar huis zat. De vlucht die normaal zo’n zeven uur duurt, duurde nu vijf uur en drie kwartier. Lekker vlot! Ik heb nog gevraagd of ze nog even boven Schiphol wilden rondcirkelen omdat mijn film nog niet afgelopen was. Tijdens deze heerlijke vlucht viel alles van me af en ik kon niet wachten om Jeroen weer te zien. Toen ik met mijn koffers door de deuren van de aankomsthal liep zag ik Jeroen, mijn moeder en mijn vrienden staan, dat was onbeschrijfelijk. Het Amerikaanse leventje is voorbij. Lieve mensen, Amerika is voor mij nog steeds een droom. Er komen zelfs vragen of ik er zou kunnen wonen. Het antwoord daarop is: nee. Ik ben enorm dankbaar dat ik in het nuchtere en mooie Nederland woon. Amerika is McDonald’s, films, grote supermarkten, beloning, nep vriendelijkheid, hard pratende mensen, Disneywinkels, ketchup, Oreo’s, pompoenen en dromen. Maar geef mij maar de boerenkool, de lompheid, de kroket, Utrecht, stiptheid, de Hollandse nuchterheid, het schitterende landschap, mijn huis en Jeroen natuurlijk! Maar wat heb ik genoten!

vrijdag 18 november 2011

Cultuurverschillen

Ik heb vaak binnenpretjes om de Aziatische mensen bij mij op school en in het huis waar ik verblijf. De Aziatische student kan in dit geval dus een Chinees, Japanner of Koreaan zijn. Ik wil ze zeker niet uitlachen, het is blijkbaar mijn onwetendheid. Ik begrijp deze mensen niet en ik denk dat zij mij niet begrijpen. Ik probeer ook mijn beste beentje voor te zetten, vriendschappen te sluiten, maar het wil gewoon niet lukken. De deuren, of liever gezegd, de papieren schuifdeur blijft gesloten. Ik probeer hier een beetje een beeld te geven van hoe het er hier aan toe gaat.

De meeste Aziaten nemen gelijk bij aankomst een Amerikaanse naam aan, dit omdat hun originele naam meestal voor een westerling niet uit te spreken is. Het klinkt alsof je een vlieg inslikt en deze weer uitspuugt. Deze Amerikaanse namen komen totaal niet overeen met het uiterlijk en de persoon. ‘Marshall, Calvin, Mike’ voor de mannen en de dames gaan voor ‘Catherine, Julie, Anna’. Voornamelijk de jongere Aziaat verandert ook compleet zijn of haar identiteit, dus ook de daartoe bijhorende kleding. Chang Wong, die in mijn huis woont, is Marshall geworden en Marshall is een studentikoze, rijk studententype uit Beverly Hills. Althans, dat denkt hij. Het lijkt net of ik over een geslachtsverandering praat, maar daar komt het wel een beetje op neer. Ik probeer me aan te passen als ik in een ander land ben, maar ik zie me niet de eerste dag dat ik in Korea ben mezelf veranderen in Doh-ni. Compleet met Hanbok en zo’n kek strohoedje wat onder mijn kin is vastgeknoopt. Ziet u dat al voor u? Ik met mijn lompe witte lijf van 1 meter 90? Ik wil hiermee zeggen dat ik op school en aan de eettafel soms met mensen zit die zich totaal anders voordoen dan die zij zijn. Marshall is nu al 8 maanden in Amerika en hij praat heel overdreven en plat Amerikaans. Hij is qua uiterlijk tot in de puntjes goed verzorgd en tijdens het kaarten gooit hij er kreten uit als: “Whaaam!” of “Bhaaaam!”. Dit dus als hij een pot wint. Na de kreet volgt de ‘high five’ die hij dan aan ons uitdeelt. Ik zit soms plaatsvervangend van schaamte naast hem en ik heb dan zin om hem een ‘high five’ te geven, maar dan middenin zijn gezicht.

Het vreemde van dit alles is, hoe Amerikaans zij zich ook willen gedragen, ze gaan altijd naar Aziatische restaurants, Aziatische bars en minstens één keer per week is er ergens in Boston wel een Aziatisch feest. Andere nationaliteiten komen daar niet omdat ze niet echt welkom zijn! Op onze school doen ze er alles aan om elke student, van elke nationaliteit, met elkaar kennis te laten maken en ze Engels te laten spreken met elkaar. Ik hoor van verschillende leerkrachten dat dit bij Aziaten heel moeilijk is, want zodra zij elkaar hebben gevonden, gaan ze gelijk over in hun eigen taal en gewoontes. Met deze gewoontes heb ik het soms ook moeilijk. Zit ik bijvoorbeeld op het toilet dan staat er naast me een Koreaan enorm zijn neus op te halen. Ik heb het dan niet over een discreet kuchje of een snufje, maar nee, het is alsof hij zijn groengele vriend vanachter uit zijn hersenen moet halen. Tot kokhalzen aan toe. Het is te smerig voor woorden. In de gang lopen ze soms met vier tot vijf mensen naast elkaar en botsen tegen iedereen op. Ze lopen dan gewoon door zonder ook maar iets van sorry te zeggen. Een totaal eigen wereld.
Ik zie totaal geen kwade wil bij mijn Aziatische klasgenoten. Het is een eigen wereld die zij creëren. Als ik een vraag stel, dan wordt er ook vriendelijk op geantwoord. Er is zeker geen sprake van kijk-ons-nu-eens-lekker-apart-Amerikaans doen. Het is voor de meeste Aziaten een manier van ontdekken en vernieuwen. Anders willen zijn. Deze week hadden we het over dromen en wensen in onze klas. Ik raakte emotioneel omdat Ni-Hee, een Koreaans meisje uit mijn klas, vertelde dat ze zo graag ‘echte’ ogen wilde hebben. Ze had het over westerse oogleden. Ni-Hee is stil, altijd aardig en een tikkeltje verlegen en het klinkt nu net alsof zij 8 jaar is, maar in werkelijkheid is ze rond de 23 jaar. Ni-Hee is echt en ik mag haar erg graag. Ik merk dat veel Aziaten een droom hebben en dat zij allemaal ‘echt’ willen zijn. Ik begrijp Aziaten nu iets beter. Ik heb nog veel om over na te denken.

dinsdag 15 november 2011

Gehaktballen

Nita, de vrouw des huizes, had me al een aantal keren gevraagd wat wij in Nederland zoal eten en ze vroeg me om een keer een Nederlands gerecht te koken. Prima, ik vind koken erg leuk om te doen vooral als het voor meerdere mensen is. Afgelopen maandag was het dan zover, Donny aan de kokkerellerij. Ik heb echt een aantal dagen zitten peinzen wat deze mensen te laten proeven. Een kroketje? Bitterballen? Hoe kom ik aan die dingen? Ik ken ook vele makkelijk te maken Italiaanse gerechten, maar ik wilde echt puur Nederlands voedsel. Al gauw ging mijn gedachte uit naar stamppot. Hoe Hollandser wil je het hebben? Voor mijn verjaardag had ik vanuit Nederland een Unox rookworst ontvangen, nu alleen nog de zuur of boerenkool erbij. Ik kan je zeggen dat dat nog even zoeken was. Ik kreeg namelijk in de enorme supermarkt hier geen blaadje boerenkool gevonden en de zuurkool zag er niet zo smakelijk uit in dat potje. Het zag eruit als het haar van een Muppet.

Ik herinnerde mij nog een recept van een stamppot met rucola (uit de AllerHande) en deze was zalig. Ok, niet alledaags Hollands, maar het komt in de richting van stamppot rauwe andijvie. Deze producten verkopen ze namelijk wel hier. Daarnaast wilde ik verse gehaktballen maken. Je moet weten dat hier in Amerika alles voorverpakt en ingeblikt te verkrijgen is en met die ingeblikte gehaktballen kun je echt stuiterballen. Ook zit er zo’n soort mint smaakje aan die ik niet begrijp. Dus, naast de rookworst gewoon een Hollandse gehaktbal gemaakt van half om half gehakt met broodkruimels en peper en zout. Ook graaide ik een zak spruitjes uit het rek, ik vind dat ook zo ‘gezellig’ staan op tafel, alleen ruiken deze dingen als ze gekookt zijn naar een goede verse scheet.
Ik ben twee en half uur aan de gang geweest om een Hollandse stamppot te maken voor zes personen. Ik draaide mooie grote gehaktballen, schilde me een ongeluk aan de aardappels en ontvelde de eerste laag van de spruitjes. Nita zat me met grote ogen aan te kijken en ze kon maar niet begrijpen dat ik niet van die voorverpakte aardappelpuree of ballen kocht. En van die voorverpakte spruitjes met kaas, chocolade, honing, mosterd, jam of pindakaas. Dit laatste verzin ik natuurlijk, maar er zijn echt verschillende soorten en smaken spruitjes hier. Voor mij is er maar één spruit; groen met nog een klein beetje grond eraan. Klaar.

Voor het eerst in Nita’s leven ging er ook een heel pakje margarine op in één avond. De pakjes zijn hier de helft van wat je in Nederland kunt kopen, daarin zijn wij weer de grootste. Margarine betekent hier: hart- en vaatziekte. Hier wordt namelijk alles in olijfolie gebakken, mits het al niet voorbereid in een plastic bakje klaarstaat in de schappen van de supermarkt. Ik bak thuis ook weleens in olijfolie, maar gehaktballen worden in olijfolie niet mooi bruin. Dus ik gooide een grote klont margarine in de pan. De andere helft margarine gebruikte ik voor de stamppot. Ik zag dat ze er eigenlijk op tegen was en dat is dan dat heerlijke dubbele hier in Amerika: haar snack om 17.00 uur was (twee uur voordat we gingen eten), een schaal met sla en kip met de daar bijbehorende dressing, een chocolade muffin en een halve zak M&M’s. Toen kwam het verhaal dat als men hier in Amerika zoveel met margarine zouden braden, ze binnen een half jaar een hartaanval zouden krijgen. Ik zou eerder denken dat ik een gescheurde buikwand van de hoeveelheden hier zou krijgen of een suikeraanval van alleen al het enorme ontbijt met muffins. Ook eten ze hier overdag onregelmatig, wat volgens mij ook niet helemaal goed is. Het is allemaal zeer tegenstrijdig.

Mijn maatje Jonathan wilde mij vanmorgen om 11 uur in de ochtend trakteren op een gevulde burrito. Denk dan niet aan een kleine, maar één met een kilo chili con carne en kaas. Daarnaast krijg je dan een een literbeker om zelf te vullen met een cola. De meeste Amerikanen nemen dan een cola light, want normale cola is zo ‘ongezond’. Jonathan leek een beetje geïrriteerd toe ik dat allemaal afsloeg en hij  zei tegen mij dat ik rare eetgewoontes had. Waarom ik niks at. Dit was zijn ontbijt en hij begreep echt niet hoe wij in Nederland aan onze eiwitten, vetten en koolhydraten kwamen. Het vet droop langs zijn kin. Ik snakte op dat moment echt naar een simpel glaasje melk en een bruine boterham met jong belegen kaas. Mensen, wat waardeer ik ons eten toch! Ik kan thuis soms moeilijk zijn met het eten van ontbijt of een bruine boterham, maar ik respecteer ons eten na deze drie maanden nog meer. De stamppot rucola met worst en gehaktbal werd zeer gewaardeerd door de medebewoners. Ze zeiden dat ze ‘echt’ voedsel proefden. Zelfs Nita, die zeer goed kan koken maar meestal alles uit verpakkingen, beaamde dit. Ik voelde me toch even trots.



zondag 13 november 2011

Goed voorbereid

Amerikanen zijn in alles voorbereid. Eind oktober kwam Scott, onderdirecteur van onze school, in onze klas en hij kwam vertellen dat het bijna november was. Nu zijn wij in onze klas geestelijk goed bij de tijd, maar ik was even helemaal hersendood toen Scott vertelde dat je uit moest kijken dat je in november niet verkouden werd. Grappig dat je alleen in november ziek of verkouden kan worden hier en niet in december. Dat is schijnbaar zo bepaald. We kregen dus een les in goed hoesten, ‘Cover your cough’. Inclusief een presentatie en een A4tje, waar alles nog eens haarfijn werd uitgelegd. Er werd voorgedaan hoe je in je handpalm moest hoesten, in je elle boog moest niezen en dat we allemaal handsanitizer moesten gebruiken na één van deze opgenoemde dodelijke daden. Ik vraag me al twee en halve maand af wie aan het begin staat van deze dominorij, ze aantikt zodat de hele rij begint om te flikkeren. Ik bedoel hiermee: wie bedenkt eigenlijk zoiets als ‘Cover your cough’?
De meeste Amerikanen zijn trouwe volgelingen en ik geloof dat men hier elkaar allemaal aansteekt. Ik heb het hier niet over het verspreiden van bacteriën als je hoest, maar over dat domino effect. Bijvoorbeeld de dagen voor 11 september waren erg gespannen. Overal waren ze hier op voorbereid; in de ‘T’, in de supermarkten en malls, scholen, straten, noem maar op. Op iedere hoek dacht men een verdacht pakketje of koffer te zien staan. De tv stond hier op 10 september de hele dag keihard aan en wat we zagen waren paniekerige live verslaggevingen van misschien wel verdachte terroristen in een hotel. Ik denk dat er in die eerste week van september veel onschuldige mensen zijn opgepakt. Lieve lezers, wilt uw kind een verslag of presentatie houden over massa hysterie, stuur ze dan even begin september naar Amerika. Ik weet, je mag dit soort gebeurtenissen zeker niet vergeten en persoonlijk vind ik het heel goed om dit te herdenken. Maak er alleen geen hysterie of drama van zodat de intentie van wat we herdenken wordt vergeten. Het vreselijke idee alleen is dat men nog steeds (en overal) een aanslag zou kunnen plegen en niet alleen in de maand september.

Gelukkig zijn er ook ‘vrolijkere’ dagen zoals Halloween en Kerstmis. Op 31 oktober is alles nog vampiers, pompoenen, hel en verdoemenis en op 1 november is bij toverslag alles veranderd in Kerst! De pompoenen staan nog na te glooien op de veranda’s en je breekt hier je nek al over de kerstslingers en de kerstballen. Alles is ook gelijk in sfeer; omgetoverde winkels, de muziek, de geuren en de kleuren. Ook de commercie springt hier handig op in. Het is dus echt bewezen dat als men bij Starbucks alles in de Kerstsfeer gooit, de omzet gelijk stijgt. De Amerikanen zijn dol op de bordeaux rode Kerstbekers met koffie. Nou ja, koffie…gooi wat gebak, melk, koek en advocaat met wat koffiebonen in een blender en je hebt iets wat ‘Eggnog Latte Christmas Blend Macchiato’ heet. Niet te zuipen zo zoet. Sommige Amerikanen zijn hier tegen de vroege komst van Kerst, want tussen Halloween en Kerst komt nog Thanksgiving. Thanksgiving viert hier met familie. Ook dit is bepaald dat je op visite MOET bij je familie en je dankbaar MOET zijn die dag. Ik ben zeer dankbaar dat Scott mij heeft geleerd goed te hoesten en te niezen zodat ik anderen niet ziek maak in de maand november… Wacht maar tot het december is!

zondag 6 november 2011

Raar verhaal

Afgelopen week iets raars meegemaakt in de ‘T’. Zoals eerder in mijn blogs beschreven, is het erg leuk om in de ‘T’ te zitten en mensen te bekijken. De ‘T’ is dus die trolley en de metro die ik dagelijks neem om van mijn huis naar school te kunnen. Afgelopen donderdag stapte ik in om weer naar huis te gaan en naast me zat een donker klein meisje van ongeveer drie jaar en een jongetje, ik schatte hem ongeveer zes of zeven jaar. Het jongetje zat naast haar op het bankje en hield een buggy vast waarin een jongetje van nog geen twee jaar zat. Zo te zien twee broertjes en hun zusje. Ze hadden alle drie een donut in de hand en zaten deze keurig op te smikkelen of op te sabbelen, liever gezegd. Naast hen stond een dikke Afrikaanse-Amerikaanse griet enorm te stuiteren. Ik denk dat ze net begin twintig is. Ze had haar koptelefoon op en stond één of ander rapliedje mee te ‘rappen’. Daarbij danste ze ook. Ik denk dat zij de oppas was van deze kinderen. Daarnaast stond zij enorm te bellen met iemand tijdens haar liedje. Dit alles zonder enige gêne. Ik kan niet eens bellen en typen te gelijk, laat staan dan ook nog keiharde muziek te luisteren en met mijn moeder te telefoneren. Totaal onbegrijpelijk voor mij.
De kleinste in de buggy liet steeds zijn donut vallen, deze kwam dan op zijn schoot terecht. Zijn hele broek was vet en zat onder de suiker, maar ach, het is een klein kind. De trol met haar koptelefoon op bukte zich voorover om haar monstrueuze hoofd in de buggy te stoppen en siste dan: “Als jij dat ding nog een keer laat vallen, dan zwaait er wat!”. Het jongetje kromp ineen en sabbelde angstig verder. De trol stond weer op en danste en praatte weer verder. Ze had een enorme omvang en had ook niet door dat haar halve naad van achter open en bloot kwam te liggen als zij bukte. De mensen om mij heen keken een beetje verbaasd maar gingen weer verder in hun krantje of boek. Ook ik probeerde niet op deze dame te letten maar dat lukte me niet helemaal, want die trol stond te lachen, rappen, schelden, schreeuwen en te praten maar het leek erop alsof ze dit in het luchtledige deed. Dat doen meer mensen met zo’n telefoontje in hun oor en ik denk altijd dat ze gek zijn geworden. Ze lette totaal niet op deze kinderen en deze gaven, waarschijnlijk uit angst voor haar, geen kick. Het was heel duidelijk wat haar rol was en ze waarschuwde, tussen haar gesprek en muziek door, deze kinderen op een verschrikkelijke dominante wijze. Ze kneep ze ook in de bovenarm en alle drie moesten ze eraan geloven. Er kwam geen enkel fatsoenlijk en aardig woord uit die grot van haar.
Er waren nog drie haltes te gaan voordat deze tram bij zijn eindpunt is en ik moet dan overstappen op de trolley. In ene roept de trol dat ze even iets moest gaan doen en dat de kinderen maar goed moesten opletten. Zei ze dit nou echt tegen die kinderen? Dat ze weg moest? Liet ze ze dan alleen in die tram? Binnen een zucht was zij verdwenen en ik zat, net zo verbaasd als deze drie kleine kinderen, naar een weglopende dikke kont te kijken. Ook andere passagiers keken met een frons naar dit schouwspel. Daar zaten ze dan, drie kleine kinderen alleen in de tram. Ik wist niet wat me overkwam. De jongste in de buggy begon haar te roepen: “Where is Monai? Where is Monai?” Toen ik naast me keek, brak mijn hart. Het mooie, lieve en donkere gezichtje van het meisje keek me met enorm betraande ogen aan en zei: “Monai gone?”. Ze bleef me heel lang aankijken en de tranen rolden over haar wangen en ze maakte daarbij geen geluid. Ze snikte ook. Ik zag gelijk aan dit meisje dat ze absoluut niet hardop mocht huilen, dat is er waarschijnlijk wel uitgepraat of uitgeschreeuwd, denk ik.
Toen kwam het moment dat het kleine meisje haar handje op mijn arm legde en dicht tegen me aan kwam zitten en ik voelde haar angst. Ik werd er verdrietig van en ik was ook met stomheid geslagen. Monai (hoe kom je op zo’n naam) was de tram uitgestapt en ik keek om mij heen en gelukkig was er een vrouw die ook alles had gezien en op me af kwam lopen. Beide troosten we de kinderen en vroegen waar hun moeder of vader was. Daar reageerden ze in eerste instantie niet op. De tram kwam aan in Ashmont, de laatste halte en ik speurde al naar buiten of ik een politie zag, misschien konden die dan helpen. Uit het niets verscheen er een vrouw van rond de 40 jaar met een baby op de arm. Ik kon gelijk zien dat er iets niet klopte aan deze dame en ze had een gebit als een oud vervallen kerkhof. Ze zat schijnbaar verderop in de coupé en ook zij liep met een mobile telefoon tussen haar oor en schouder. Haar uiterlijk was grijs en grauw en een heerlijke alcohollucht kwam onze richting op. Ze riep de kinderen op een harde toon naar zich toe en ze zag dat het meisje mij nog steeds aan de hand vasthield. “O dat doet ze nou altijd, ze begint gelijk te janken als er mensen weglopen. Let er maar niet op hoor, dit hoort gewoon bij het opgroeien.”
Ik was ten eerste vreselijk kwaad op die oude heks en ergens ook opgelucht omdat er iemand was voor die kinderen. Het vreemde was ook dat ze verder geen woord zei over dat haar kleine meisje hand in hand stond met een wildvreemde Hollandse jongen. De aardige mevrouw die mij ten hulp schoot bleef gelukkig bij me en ging met deze ‘moeder’ in discussie. Ik aaide het kleine meisje en jongetje even over de krullenbol en ik stapte verbaasd en verdrietig de tram uit en hoorde de woorden ‘onverantwoord’ en ‘hoe kunt u dit doen’ vallen. Ik keek nog één keer achterom en zag het meisje mij aankijken. Ik zag heel veel pijn en verdriet in die mooie bruine oogjes. Het is daar duidelijk niet pluis in dat huishouden. Ik voelde me naar.
De trolley van Mattapan naar Ashmont
Trolley op weg naar Ashmont

woensdag 2 november 2011

Halloween

Ik heb dus een lijstje in mijn hoofd met alles wat ik zou willen zien, maar vooral wat ik mee wil maken in de tijd dat ik hier ben. Zo ook Halloween op 31 oktober. Iedereen weet dat ik gek ben op Halloween. Ik ben ook altijd op mijn best in de herfstperiode en ik ben gek op al die oranje, rood en bruine kleuren. Ook griezelige dingen krijgen mijn aandacht.
Toen begin september de zon nog zes meter in mijn poepertje scheen en het buiten nog een graad of dertig was, verschenen her en der al de eerste oranje pompoengezichtjes. Hetzelfde als in Nederland, waar dan de eerste pepernoten en chocolade letters in de schappen liggen. Te gek voor woorden eigenlijk. Al gauw werd het heel veel. De ‘Target’ is een hele grote winkel. Een winkel waarvan ik moet huilen, want je kunt het zo gek niet bedenken of ‘Target’ verkoopt het. Veel winkels in één winkel eigenlijk. Ik denk dat veel vierdaagse lopers daar goed kunnen trainen, want je loopt je de blaren op de voeten. Ik sloeg ook stijl achterover toen ik in de ansichtkaarten afdeling kwam. Een complete muur met alleen maar Halloweenkaarten. ‘Baby’s 1st Halloween’, ‘Grandma wishes you a terrible night’, ‘For my sister, I’ll hope you die on Halloween’ en noem het maar op, die Amerikanen hebben voor elke gelegenheid wel een kaart met passende tekst. Zie foto:

De schappen puilden uit met heksen, skeletten, pompoenen en meer heidense zaken. Heerlijk! Ook de snoepleveranciers zijn duidelijk met extra grote Halloweenzakken aanwezig; Mars, Twix, Reese’s, M&M’s, noem ze maar op. Allemaal in 3 kiloverpakkingen, niet te geloven. Voor de mensen die het nog niet weten, de kinderen mogen op Halloweenavond, vanaf een uur of vier, verkleed de straat op om bij mensen aan te bellen en “Trick or Treat” te roepen. De bewoners geven de kinderen dan snoep, die in een speciaal mandje gaan. Dit mandje ziet er meestal uit als een heksenketel of een pompoenhoofd. In feite is het gewoon schooien om snoep en is het allemaal een enorm commercieel vreetfestijn.

Voor volwassenen verloopt dit feest een beetje anders. In de aanloop naar het Halloweenweekend worden er overal verkleedfeestjes gegeven. Eindelijk kan de conservatieve Amerikaan zich uitleven als gorilla, tovenaar, pooier en vooral als hoer. De kittige outfits voor de dames zijn allemaal erg sletterig, als ik het zo mag zeggen. Ik wist niet dat Roodkapje jarretels onder haar veel te korte rokje droeg. Als ze ook maar even voorover bukt kijk je recht op haar mandje met lekkers. Dat is mij vroeger nooit verteld. Of stelt u zich een Dora voor met iets teveel decolleté en een enorme Zwieber. Mijn eerste feestje was op school waar ze het nogal netjes hielden. Ik stond lekker voor schut als een Hollandse zombie boer, compleet met klompen. Het feestje was wel aardig en ik was blij dat er meer schoolgenoten verkleed kwamen. Ook hier was veel snoep aanwezig. In de hal stonden complete schalen met muffins, gebak en taart. In het weekend zijn we met een groepje naar een geweldige gaybar geweest en als ‘wij’ ergens goed in zijn dan is het wel verkleden. De één na de ander had een fantastische pak aan. De trambestuurder met teveel borsthaar kwam als nachtclubdanseres inclusief een enorme rode verentooi, oorbellen en naaldhakjes. De iets te gespierde melkboer kwam als Cher, de kale buurjongen als Popeye en de mannen van kantoor kwamen als een compleet stewardessenteam. Het was een geweldig schouwspel.


Op de dag zelf ben ik rond een uur of vier door de wijk gaan rondlopen en heb genoten van de zonsondergang en kreeg echt dat spannende en creepy gevoel. Overal uitgeholde pompoenen op veranda’s, prachtige verlichting en spookachtige geluiden. De mensen waren ook erg vriendelijk en echt allemaal wensten ze mij een “Happy Halloween” toe. Ik vond vooral de fanatiekelingen het leukst. Deze mensen zijn volslagen gek en proppen hun voortuin vol met de vreselijkste taferelen, zoals een compleet kerkhof met zombies op batterijen of een nagemaakte scene uit Saw. Op één veranda zat een levensgrote pop op een elektrische stoel in een dwangbuis en als je in de buurt kwam ging hij ‘aan’ en je stond stijf van de schrik, zo ging dat ding dan tekeer. Compleet met geschreeuw, rook en lichten. Ik zie dat geval al in je schuur staan na Halloween. Met zo’n laken eroverheen en dat dat dan onverwacht aangaat. Dit alles was niet voor de allerkleinsten natuurlijk, maar ik moet ergens wel glimlachen.



Daarna hebben Nita en ik haar nichtje Jada opgehaald om in een bepaalde wijk snoep op te halen. Jada is een schattig meisje van zes jaar en ze zegt niet veel, maar haar ogen glunderen als er weer een lading snoep in haar mandje werd gegooid. De wijk was groot en prachtig versierd. Het was er enorm druk en er was drinken en snoep in overvloed. Ik heb mijn ogen uitgekeken. Ook hier veel pompoenen, duiveltjes, heksen en ander gespuis, maar allemaal op een wat kindvriendelijke manier. Ik heb erg genoten, maar ik heb me ook achter de oren gekrabd en me afgevraagd of dit feest wel echt naar Nederland moet komen. Het is zo typisch Amerikaans. Ik heb wel weer ideeën genoeg voor op mijn werk, ik stroom zowat over! Nogmaals, het was echt fantastisch, ik kan dit van mijn lijstje afvinken. En hoe het ook kan, precies op 1 november was alles veranderd in Kerst! Op naar de volgende ervaringen!



dinsdag 1 november 2011

Supermarkten

Nadat ik de dag van aankomst in Amerika mijn koffers in het huis van Nita had gesleept, ben ik gelijk de buurt gaan verkennen en ook de plaatselijke supermarkten. ‘Shaws’ is één van de betere supermarkten in Amerika en vergelijkbaar met een Albert Heyn. Nou ja, een hele grote Albert Heyn. Stel je een hal van de Utrechtse jaarbeurs voor en dat gevuld met supermarktproducten. Je kunt je het niet gek genoeg voorstellen of de Amerikanen verkopen het. De supermarkt in mijn buurt heeft iets van 20 wandelgangen en heel veel kassa’s. Ook is deze tot 23.00 uur geopend, je kunt om 22.30 uur nog even tandpasta of chips kopen. Ik vind het verbazingwekkend dat er rond deze tijd nog veel klanten in de winkel aanwezig zijn, met enorme ladingen in hun boodschappenkarretje. In Nederland liggen wij dan al lang met de krullers in te pitten of naar ‘Hart in Nederland’ te kijken.

De schappen staan echt volgeladen en ik bestudeer ze regelmatig. De sauzengang is verbluffend, vooral de ketchup. Ik geloof dat er wel dertig soorten staan; light, with mayonaise, with mustard, with chunks of tomatos, Italian, Norwegian, met Spongebob of Dora, ketchup is er in alle soorten en maten. Over maten gesproken, heeft u ooit weleens een fles van drie liter appelsap in uw handen gehad? Ik heb het hier dan over de kleinste maat! Kleine mensen moeten deze containers gevuld met sap niet van een bovenste schap afhalen, want als ze het bovenop zich laten vallen dan hebben ze wel mooi een schedelbasisfractuur. Of ze verdrinken misschien als de dop losschiet! Zo ook de enorme containers met ijs. Gigantische ijskasten vol met enorme hoeveelheden Ben & Jerry’s, Hägen Daz en een keur aan andere merken, volgepakt met grijnzende suikers en dansende calorieën. In veel producten waarvan je het niet zou verwachten zit suiker. Snoep hebben ze hier niet zo veel, een kwart gangpad maar. Want je moet weten dat snoep slecht is voor je tanden…
Nadat men dus het karretje heeft volgeladen, gaat men naar de kassa’s waar dan (vooral in mijn buurt) een verveelde Afrikaanse Amerikaanse staat met veel overgewicht en nepwimpers. Ze staat te kreunen en te steunen. Ze kunnen in postkantoren en supermarkten hier wel wat leren van de mensen die in restaurants of koffiehuizen werken (lees mijn vorige blog). Hoe overdreven vriendelijk deze mensen soms ook zijn, het is veel beter dan zo’n chagrijnig stuk vlees wat in een legging achter een kassa gepropt staat. Kauwgum kauwend en soms met een mobieltje op hun schouder. Ze krijgen hulp van een zogenaamde ‘runner’, dat is iemand die de boodschappen netjes in minuscule plastic zakjes voor je doet. Vaak hebben deze kassières geen aandacht voor de klant en tussen het kauwgom kauwen en bellen door bespreken ze de nieuwe haarstukken van vriendin Consuela, die er volgens hen er nu uitziet als een ‘ho’. Dit betekent dus hoer. En die ‘ho’ moet met haar klauwen van haar nieuwe ‘bro’ afblijven, ook al is het kind van hem. Ja mensen, je volgt gratis en voor niets complete privégesprekken van de gemiddelde Amerikaan. Wat een service!
Elke scheet hier wordt met een credit card betaald. Wil je een pakje kauwgom van 95 dollar cent, hups, gewoon effe je credit card door het sleufje halen. Geen probleem. Kopje koffie van twee dollar? Hoppa, weer door het sleufje met je pasje! Ik heb nu ontdekt dat het zelfs raar en vervelend is om cash geld bij je te hebben. De prijzen hier zijn weleens irritant, want ze ronden niet echt af waardoor je veel losgeld terug krijgt. Ik loop soms scheef van mijn zware portemonnee en klap dan regelmatig tegen een winkelpui aan. Ook die plastic zakjes waar ik het net over had zijn erg vervelend. Alles, maar dan ook echt alles wordt hier ingedaan. In Nederland krijgen wij deze witte rotzakjes meestal bij de patatzaak. Die snijden dan zo lekker in je pols als het een beetje vol zit. Eén zakje per drie liter fles appelsap, één zakje voor je brood, één zakje voor je kleine artikelen, één zakje voor… Ik zie mensen met handen vol zakken uit die ‘Shaws’ lopen, ze moeten soms drie keer terug voordat ze alles in hun auto hebben. Ik heb het gevoel dat wij in Nederland veel praktischer omgaan met bepaalde zaken. Nederland, bedankt voor de big shopper tassen en bovenal het boodschappenkratje!