Jeroen had het eerste weekend een hotel geboekt in Winthrop, een kustplaatsje precies tegenover Boston en het vliegveld. Het hotel was prachtig en netjes en het uitzicht adembenemend. Daar kwam nog bij dat het eerste weekend ook prachtig qua weer was, zo’n 28 graden. Het weekend in Boston was erg leuk en we hebben veel ondernomen. Op maandag gingen we onze huurauto ophalen en we zouden dan naar mijn ‘huis’ gaan om wat spullen op te halen. De huurauto is een gloednieuwe Dodge Charger, een automaat. De meeste auto’s hier zijn automaten, en mijn lieve Jeroen moest even wennen. We hebben al regelmatig een tandarts bezocht omdat Jeroen niet gewend is om in zo’n auto te rijden. Hij wil tijdens het afremmen met zijn linkervoet de koppeling intrappen, maar dan trapt hij op de rem, zodat ik lekker onverwacht met mijn hoofd op het dashboard beland. Mensen, maak je niet druk, de dokter zei dat mijn neus gewoon weer recht groeit.
Op weg met onze Dodge!
Aan de kust in Winthrop
We rijden hier met maximaal 65 miles per uur over de snelweg, dat is zo’n 105 km per uur. Het weer is prachtig, we hebben countrymuziek aanstaan en op naar onze eerste bestemming, Plymouth waar de Plimoth Plantation ligt, daar waar de Pilgrims en de Native Americans elkaar ontmoette. In dit openluchtmuseum zijn veel acteurs, ze zitten ook goed in hun rol. Er werd ook nadrukkelijk aan de gasten gevraagd om de Wampanoag (voor ons beter bekend als Indiaan) niet aan te spreken met “How”, “Chief” en “Uch”. Geen probleem, maar ik was bang dat als ik in gesprek kwam met een Wampanoag, ik in een enorme hoestbui zou schieten. Dan zit je wel met de gebakken peren ben ik bang. Plimoth Plantation kunnen we iedereen aanraden, het was erg leuk en leerzaam.
De volgende blog zal geschreven zijn door Jeroen, hij gaat wat meer in op de feiten!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten